Zus op pad:
Ik heb me zojuist omgekleed tot Zus. Ik loop, en neurie over de gang van de psychogeriatrische verpleegafdeling. Zo nu en dan sta ik even stil… In de verte staat een deur open.. Er zit een man alleen op een kamer. Hij zit ver voorover gebogen, met zijn hoofd op tafel. Hij jammert. Voorzichtig kom ik dichterbij richting zijn kamer. Telkens stop ik even en registreer ik of dat hij mijn aanwezigheid, komst, geneurie, opmerkt. Nog een stuk bij hem vandaan zie ik aan zijn lichaam, dat hij mijn aanwezigheid opgemerkt heeft. Hij komt een klein beetje meer overeind. Voorzichtig kom ik uiteindelijk bij zijn kamer aan. Ik blijf in de deuropening staan en wacht..
Mijnheer is inmiddels zover overeind gekomen, en met zijn hoofd richting mij gedraaid, dat hij me kan zien. Ik knik naar hem. Ik neem een beweging bij hem waar ( kort knikje, het knipperen met de ogen) Door een kort knikje richting een stoel te doen, “vraag”ik aan hem of dat ik mag gaan zitten, op de stoel bij hem aan tafel. Mijnheer antwoordt vermoeid dat dit goed is, door terug te knikken.
Voorzichtig ga ik bij hem aan tafel zitten. Het is even stil, dan richt hij zich even op en zegt dat hij pijn heeft. Hevige pijn aan zijn arm. Komt door de oorlog, zo zegt hij. Ik luister en laat zien dat ik met hem meeleef. Hij begint tegen me te vertellen, over hoe het in het er in “het leven” aan toe gaat: “De bazen hebben toch altijd gelijk”, en meer uitspraken over hoe het er volgens hem in de wereld aan toe gaat. Ik knik instemmend. Geleidelijk wordt de man levendiger in mijn aanwezigheid. Na ongeveer 5 minuten zegt hij opeens dat de pijn over is. Ik veer ook op en deel mijn opluchting met hem. Er komt duidelijk steeds meer leven in de man.
We drinken samen koffie, die ik voor hem en mezelf haal, en de man begint te vertellen tegen mij, waar we samen naar toe zullen gaan dit jaar met vakantie. In onze gedeelde fantasie trekken we de bergen in, wandelen we langs meren, en picknicken we langs de kant van de weg. Het is de man die dit allemaal vertelt, hoe onze vakantie eruit zal zien en we zijn beide heel enthousiast en blij over onze vakantie. Na een tijdje maak ik hem duidelijk dat ik weer verder ga. Hij vindt het helemaal goed. Al zwaaiend nemen we blij afscheid van elkaar. tot snel weer!